HZZ verzamelaar - 3 Affensammler -
Collectionneur des 3 singes |
|||
Gregg D. Ottinger United States of America (USA) - Etats-Unis |
|||
I was
born almost exactly in the middle of the United States, in almost exactly the
middle of the Twentieth Century, which makes me a Middle American in almost
every sense. My introduction to the No
Evil Monkeys came through my grandmother.
Like almost every Middle American grandmother in the 1950s, she had a
set of No Evil Monkeys on her knick-knack shelf. All children love monkeys, and I
was no different. Whenever we had
Sunday dinner at my grandmother’s house, I played with the No Evil
Monkeys. My mother told me she had won
them at a carnival when she was a little girl in the 1920s or 1930s. My grandmother said they were good
luck. I liked them because, although
they were monkeys, they were making “human” gestures: hiding their eyes,
covering their mouths, holding their ears.
When my mother explained that they were wise monkeys, and they were
doing these gestures so they would avoid evil, I thought “This is a good way
to live!” Even as a very young boy, I
understood the message. Hal Walker was
the first No Evil Monkey collector I met.
We are both lawyers and we became good friends, first by working on
several cases together in the 1980s, and then through the No Evil
Monkeys. When he first showed me his
collection I was (and still am) in awe!
I had no idea that there were so many beautiful examples, in so many
sizes and styles, and made of so many different materials. I traveled a lot
in those days, so I started picking up sets for him when I came across
them. Then I decided to pick up two
sets, and began my own collection. Over twenty years later, there
are close to two thousand sets of No Evils in my collection. My favorites are
those made of Japanese banko pottery, whose faces
are full of whimsical personality.
When I showed my collection to a woman named Kenda, whom I was dating,
and she loved it, I knew that I would marry her. To this day, Kenda, our two daughters (Lily
and Emma), and I remain strong supporters of the monkeys and the concept
of hearing, speaking and seeing no evil. 01-2011 |
Ik ben bijna precies in het midden van de
Verenigde Staten geboren en ook bijna precies in het midden van de 20ste eeuw
en daardoor ben ik in bijna elk opzicht een gemiddelde Amerikaan. Mijn eerste
kontakt met horen, zien en zwijgen kwam door mijn grootmoeder. Zoals bijna
elke Amerikaanse oma in de 50er jaren, had ze op de vensterbank een HZZ setje
staan. Kinderen houden van apen en ik was niet anders. Altijd
wanneer we zondags bij mijn oma aten, speelde ik met de drie aapjes. Mijn moeder vertelde me, dat ze deze in 1920/1930 op
een kermis had gewonnen toen ze nog een klein meisje was. Mijn grootmoeder
vertelde me dat ze geluk betekenden. Ik vond ze leuk, omdat ze net als mensen
gebaren maakten door hun ogen, oren en mond te bedekken. Toen mijn moeder mij vertelde dat dit de wijze apen
waren en dat ze deze bewegingen maakten omdat ze het kwaad wilden vermijden,
dacht ik “dat is een goede manier om te leven”. Zelfs toen als jong mens heb
ik deze boodschap begrepen. Hal Walker was
de eerste HZZ verzamelaar die ik heb ontmoet. We zijn alle twee advokaat en zijn goede vrienden geworden,
eerst door in de 80er jaren in een aantal rechtzaken samen te werken en
daarna door de horen, zien en zwijgen apen. Toen hij mij zijn verzameling
voor de eerste keer liet zien, was ik en ben ik nog steeds, in de grootse
bewondering! Ik had er geen idee van, dat er zo veel prachtige exemplaren
waren in zoveel verschillende maten, uitvoeringen en materialen. Toendertijd
reisde ik veel en kocht ik allerlei setjes voor hem wanneer ik iets
tegenkwam. Dan besliste ik om van alles twee setjes te kopen en begon zelf
ook te verzamelen. Nu twintig jaar later bezit ik bijna twee duizend
exemplaren. Mijn favorieten zijn die apen die van het japanse banko aardewerk
gemaakt zijn, omdat hun gezichtsuitdrukkingen vaak heel bijzonder zijn. Toen
ik mijn HZZ apenverzameling aan een vrouw namens Kenda liet zien, waarmee ik
af en toe uitging en ze dit heel leuk vond, wist ik dat ik met haar wilde
trouwen. Tot de dag van vandaag blijven Kenda, onze twee dochters (Lily en
Emma) en ik sterke supporters van het idee van horen, zien en zwijgen. |
Ich wurde ungefähr in der Mitte der
USA geboren, halbwegs des 20. Jahrhunderts, was mich in fast jeder Hinsicht
zu einem Durchschnitts-Amerikaner macht. Meine erste Begegnung mit den 3
Affen kam durch meine Grossmutter zustande. Wie fast jede amerikanische Oma,
hatte sie eine Drei-Affenfigur auf dem Fenstersims stehen. Kinder lieben
Affen und ich war keine Ausnahme. Immer wenn wir sonntags bei meiner Oma
waren, spielte ich mit den 3 Affen. Meine Mutter erzählte mir, dass sie die
1920/1930 als kleines Mädchen auf einem Jahrmarkt gewonnen hat. Meine
Grossmutter erklärte mir, dass sie Glück bedeuteten. Ich fand sie lustig,
weil sie menschlichen Bewegungen machten, indem sie ihre Augen, Ohren und den
Mund bedeckten. Als meine Mutter sagte, dass die 3 Affen weise sind, weil sie
die Gesten machen, um das Böse zu vermeiden. Da dachte ich mir dass dies eine
gute Lebensart wäre. Sogar als sehr junger Mensch hatte ich diese Botschaft
kapiert. Hal Walker war
der erste Drei-Affensammler, den ich kennen lernte. Wir sind beide Anwälte
und wurden gute Freunde. Zuerst, weil wir gemeinsam an einigen Gerichtsfällen
gearbeitet haben und später durch die Drei Affen. Als er mir seine Sammlung
zeigte, war ich (und bin es immer noch) in grösster Bewunderung. Ich hatte
nie ahnen können, dass es so viele wunderschöne Exemplare gab, in
verschiedensten Grössen und Ausführungen und aus so vielen unterschiedlichen
Materialien. Zu der Zeit reiste ich sehr viel und begann damit, Exemplare für
ihn zu kaufen, wann immer ich welche fand. Dann
entschloss ich mich immer zwei Stück zu kaufen und so hat meine Sammlung
angefangen. Jetzt, mehr als 20 Jahre später, umfasst meine Sammlung fast 2000
Exemplare. Meine Favoriten sind
Keramikfiguren aus dem Japanischen Banko-Stil,
da diese Affen manchmal spezielle Gesichtsausdrücke haben. Eines Tages
zeigte ich meine Sammlung einer Frau namens Kenda, mit der ich mich
gelegentlich traf. Sie fand die Affen
sehr schön. Da wusste ich, dass ich sie heiraten würde. Bis zum heutigen Tag
sind Kenda, unsere zwei Töchter (Lily und Emma) und ich begeisterte Anhänger
der Drei Affen und des Konzepts des Nichts-Böses-hören-sehen-sagens. |
Je suis né presque
exactement au milieu des Etats-Unis, et presque exactement au milieu du
vingtième siècle ce qui fait de moi un américain moyen dans presque tous les
sens du terme. Mon premier contact avec les singes de la sagesse me vient de
ma grand-mère. Comme beaucoup de grand-mères américaines dans les années
1950, elle avait un ensemble de singes de la sagesse sur son étagère à
bibelots. Tous les enfants aiment les singes, et je n’étais pas
différent. Lors des repas dominicaux chez ma grand-mère, je jouais avec les
singes de la sagesse. Ma mère m’a dit qu’elle les avait gagnés lors d’un
carnaval dans les années 1920 ou 1930 lorsqu’elle était une petite fille. Ma
grand-mère disait qu’ils portaient chance. Je les aimais car, bien qu’ils
soient des singes, ils avaient une « gestuelle humaine », cachant
leurs yeux, se couvrant la bouche et bouchant leurs oreilles. Quand ma mère
m’expliqua qu’ils faisaient ces gestes pour éviter le mal, j’ai pensé
« c’est une bonne philosophie de vie ». Même si j’étais un très
jeune garçon, j’avais compris le message. Hal Walker fut
le premier collectionneur de singes de la sagesse que je rencontrai. Nous
sommes tous les deux avocats et nous sommes devenus de bons amis, d’abord en
travaillant sur plusieurs dossiers ensemble dans les années 1980, et ensuite
grâce aux singes de la sagesse. Quand il m’a montré sa collection pour la
première fois, j’ai été (et je suis toujours) effrayé ! Je ne
pensais pas qu’il puisse y avoir autant de si jolis objets, de formes et
matériaux différents. Je voyageais alors beaucoup, aussi j’ai commencé à lui
rapporter des objets quand j’étais à l’étranger. Et puis j’ai décidé de me
rapporter deux objets et j’ai commencé ma propre collection. Presque vingt
ans plus tard, ma collection comprend environ deux milles objets. Mes
préférés sont ceux en poterie « banko »
japonaise, dont les visages sont remplis de mimiques
étranges. Quand j’ai montré ma collection à une femme nommée
Kenda, avec qui j’étais je sortais, et qu’elle l’aima, j’ai compris que je
pouvais l’épouser. Depuis ce jour, Kenda, nos deux filles (Lily et Emma) et
moi-même sommes toujours de fervents supporters des singes et du concept ne
pas entendre, dire et voir le mal. |